BMKB-Groenregeling
Tegenwoordig is investeren in verduurzaming geen trend meer maar noodzakelijk om je opgelopen energielasten te drukken, daarnaast is het van belang om het juiste energielabel te behalen. Het kan lastig zijn om de financiering hiervoor te realiseren. Om jou als ondernemer te helpen verduurzamen introduceert het kabinet de Borgstelling MKB-kredieten Groen (BMKB-Groen) regeling. Hierbij staan ze tot 67,5% garant voor je krediet.
Lange terugverdientijd
Duurzame investeringen kunnen je kosten drukken, maar de terugverdientijd blijft nog steeds vrij lang. Daarom is het niet altijd voldoende om een financier te overtuigen van een toekomstige acceptabele betalingscapaciteit hiervoor. Op dit probleem speelt de overheid nu in.
Introductie BMKB-Groen regeling
Je bent vast bekend met de Borgstellingskrediet MKB (BMKB), waarbij de overheid (deels) garant staat met zekerheden richting de financier. Tijdens de coronapandemie ontwikkelde de overheid ook de speciale BMKB-C regeling. Omdat de duurzame investeringen in het mkb achterblijven en daardoor het behalen van de doelen uit het klimaatakkoord in gevaar komt, volgt nu de BMKB-Groen regeling.
Tot 67,5% garant voor kredieten voor verduurzaming
De BKMB-Groen regeling helpt financiers met het verstrekken van financiering aan bedrijven die willen verduurzamen. In deze regeling staat de overheid namelijk tot 67,5% garant voor kredieten die worden verstrekt om te verduurzamen. Dit is ruimer dan in de normale BMKB-regeling, waarbij de overheid tot 45% garant wil staan (de regelingen voor innovatie en starters laten we hierbij buiten beschouwing).
Looptijd
De looptijd van deze kredieten en garantstelling is maximaal 12 jaar. Zeer waarschijnlijk hangt deze tijd af van het type investering. Het ziet ernaar uit dat investering van vlottende activa maximaal 6 jaar is en van onroerend goed 12 jaar. De maximale respijtperiode is 8 kwartalen.
Geen toetsing van zekerheidstekort
Voor kredieten tot € 250.000 is er geen toetsing van een zekerheidstekort noodzakelijk. Er hoeft dus geen tekort te zijn aan zekerheden voor de financier.
Welke duurzame investeringen komen (niet) in aanmerking?
Het kabinet stelt voor om te beginnen met de volgende duurzame investeringen:
– Verduurzamen bedrijfspanden voor eigen gebruik (geen commercieel vastgoed). Hiervoor geldt:
• Het gaat om nieuwe en bestaande bedrijfspanden.
• Met BMKB-Groen kunnen investeringen worden gefinancierd die leiden tot een verbetering van het energielabel naar minimaal energielabel C (vanaf 2023 verplicht voor kantoorpanden groter dan 100 vierkante meter).
• Je moet het volgende bewijs aanleveren om mee te doen aan BMKB-Groen:
– Huidig (geschat) energielabel.
– Afgifte nieuw afgemeld energielabel door een gecertificeerde instelling binnen 1 jaar na realisatie van de verbouwing.
-Verduurzaming van bedrijfsmiddelen. Hiervoor geldt:
• De duurzame investering moet zijn vermeld op de EIA Energielijst.
• De bank toetst of meer dan 50% van de investering op de dan geldende EIA Energielijst staat.
• Het beheer van de EIA Energielijst is in handen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
• Je tekent een ondernemersverklaring waarin staat dat je de financiering voor tenminste 50% aan duurzame investeringen zal inzetten.
Jouw kosten
Net als bij de normale BMKB, moet je als ondernemer in deze aangepaste regeling een garantstellingsprovisie afdragen. Voor de BMKB-Groen gelden dezelfde provisies als bij de BMKB:
• 3,9% bij een looptijd onder 2 jaar.
• 4,25% bij een looptijd van meer dan 2 jaar, maar niet langer dan 6 jaar.
• 5,85% bij een looptijd van meer dan 6 jaar.
Betere toegang tot kapitaal
Door de verhoogde garantstelling kan deze aangepaste BMKB-regeling bij duurzame investeringen zorgen voor een betere toegang tot kapitaal. Hierin is de houding van de financier ook leidend. Als je de regeling toepast, krijg je in ieder geval een lager risicoprofiel. Dit past beter binnen de financieringskaders en levert jou als ondernemer uiteindelijk ook voordeel op.
Deze logische voordelen zijn:
1. Toegang tot kapitaal dat er anders mogelijk niet was.
2. Een lagere rente.