Meer duidelijkheid over belastbaarheid laadpaal

De Belastingdienst heeft meer duidelijkheid geboden over de eventuele belastbaarheid van een laadpaal ten behoeve van het opladen van een (semi)elektrische auto. Wat geldt er voor een elektrische auto van de zaak en wat geldt er voor een elektrische privéauto?

Auto van de zaak

Laadpaal

Een laadpaal die is geïnstalleerd bij de woning van de werknemer is onbelast als het een auto van de zaak betreft. Het is daarbij niet van belang of de bijtelling van toepassing is. Is deze niet van toepassing omdat de werknemer niet meer dan 500 kilometer privé met de auto rijdt, dan is de laadpaal dus eveneens onbelast.

Elektra

De vergoeding voor elektra voor de auto van de zaak is eveneens onbelast als werkgever en werknemer hebben afgesproken dat de werknemer het daadwerkelijke verbruik tegen integrale kostprijs doorberekent aan de werkgever. De kosten van een meter om het feitelijk verbruik vast te stellen behoren ook tot de kostprijs en kunnen dan dus ook onbelast worden vergoed.

Vaste vergoeding?

Een vaste vergoeding voor elektra voor de auto van de zaak is in beginsel niet mogelijk. Dit is alleen anders als aannemelijk gemaakt kan worden dat de vergoeding gelijk is aan de integrale kostprijs die de werknemer betaalt aan zijn energiemaatschappij.

Privéauto

Een vergoeding voor een laadpaal of elektra ten behoeve van de privéauto van een werknemer is loon en dus belast als hierdoor de vergoeding per kilometer meer dan € 0,21/km (2023) gaat bedragen. Deze kosten worden namelijk geacht in te zijn begrepen in de kilometervergoeding van maximaal € 0,21.

Let op! Bovenstaande regels gelden ook voor de elektrische auto van de dga.